Zoals al eerder gezegd, bestaan er duizenden boeken, waarvan ik het bestaan niet ken, en die ik vermoedelijk graag zou lezen. Zo af en toe wordt zo’n boek je toegeworpen, in dit geval door Chris Kijne, een journalist die ik op Twitter volg (de moeite waard, maakt leuke radio en schrijft prachtige columns > @Chrkij). Een en ander naar aanleiding van het overlijden van Imre Kertész, een Hongaarse schrijver, die in 2002 notabene de Nobelprijs voor Literatuur won en waarvan ik nog nooit had gehoord. Daar ga je dan met je zogenaamde belezenheid.
Kertész was een Hongaarse Jood, die als kind een tijdje in Auschwitz zat en dat tot een terugkerend thema in zijn werk maakte. Vol vertrouwen in het oordeel van Chris kocht ik meteen maar een trilogie. Het eerste deel daarvan, Onbepaald door het lot, had me meteen te pakken. Ik las al het nodige over de Holocaust, het onderwerp boeit me ook, maar op een bepaald moment is het wel genoeg. Dan wil je gewoon niet nog meer over die ellende lezen, hoe goed ook geschreven. Maar Kertész geeft zo’n totaal afwijkend perspectief, dat je toch meteen geboeid raakt. Eerst denk je nog dat de ik-persoon, een Joodse jongen van 15 die wordt opgepakt als hij op straat loopt, een beetje erg naïef is, of ongelooflijk simpel, of gewoon vreselijk dom. Natuurlijk is het kind, maar toch. Als volwassen lezer is het al moeilijk je in de beperktere belevingswereld van een kind te verplaatsen en dit is een kind in Hongarije begin jaren ’40. Een andere tijd.
Gaandeweg wordt echter duidelijk dat als bepaalde concepten niet in jouw denkwereld bestaan, ze domweg ook niet in de werkelijkheid bestaan. Je hebt gewoon geen referentiekader en dus pas je ongewone gebeurtenissen eenvoudig aan tot ze voor jou wel te bevatten zijn. Dat levert de nodige tragikomische situaties op, met de nadruk op tragisch, want komisch is het uiteindelijk allemaal niet. Zoals bij een goed toneelstuk heb je voortdurend de neiging de jongen te waarschuwen voor de schurk die om de hoek wacht. Het punt is dat hij hem wel ziet, maar het begrip ‘schurk’ niet in zijn bagage heeft. Tot in het concentratiekamp aan toe, blijft hij op een wat gelaten wijze proberen zijn ongewone lotgevallen te duiden. Uiteindelijk is de gruwelijke realiteit van Auschwitz natuurlijk onontkoombaar. En dat alles geschreven in een onopgesmukte, frisse stijl die je ongedwongen bij de les houdt.
Ook in het tweede boek, Het Fiasco, duurt het even voor je begrijpt waar de schrijver heen wil. Het perspectief wisselt, van de verteller naar de hoofdpersoon, niet per hoofdstuk, maar gewoon af en toe, zoals het uitkomt. De verteller is buitengewoon breedvoerig en gaat voortdurend op soms zeer geestige wijze in op ogenschijnlijk onzinnige details, vaak tussen haakjes, alsof het later bij hem opkwam. Het verhaal, een schrijver die een boek wil schrijven, maar dat lukt hem niet, neemt haast kafkaëske vormen aan en blijkt later eigenlijk een vervolg op of zelfs een andere versie van het eerste boek, dat in het dictatoriale Hongarije ongewenst was en geen aandacht kreeg.
Aan het derde boek, Kaddisj voor een niet geboren kind, ga ik nu beginnen. Dus die recensie hou je te goed. Beetje slinkse manier om er voor te zorgen dat je nog een keer terugkomt hier.
Je wilt een reactie ? Mijn eerste dan.
Die paar alinea’s over jouw eerste kennismaking met Kertész maken nieuwsgierig. Wat gaat er volgen ? Waar wil Maurits met zijn blog naartoe ? Heb zelf de laatste tijd over een blog nagedacht. een blog met een bijzonder doel….Maar dat is een ander verhaal. Eerst maar eens zien waar dit naar toe gaat.
Goeie vraag, Johan. Ik heb 20 jaar als copywriter gewerkt voor ik naar Spanje verhuisde, nu 16 jaar terug. Sindsdien weinig geschreven. Op verzoek schreef ik een stukje voor Sargasso en dacht: hee leuk wel weer. Weet zelf ook nog niet precies waarheen, maar begin wat warm te draaien en schrijf gewoon verder. Dank voor je reactie, de allereerste op dit blog.
Dank u voor het artikel, is het heel goed uitgelegd!