Taal

Behalve lezen vond ik ook schrijven al op jonge leeftijd leuk. En dan vooral spelen met taal. Ik schreef liedjes, gedichten en observaties. Ik was verslaafd aan cabaret en verslond de soms ronduit absurde taalkronkels van idolen als Kees van Kooten en Drs. P. Uiteindelijk resulteerde één en ander jaren later in mijn bestaan als tekstschrijver. Taal is zeg maar echt mijn ding. Dus toen er in 2009 een boek verscheen met die titel, was mijn nieuwsgierigheid direct gewekt. Paulien Cornelisse schrijft in dit soms buitengewoon geestige werkje over de merkwaardige wijze waarop mensen met taal omgaan. Hoewel taal bedoeld is om iets duidelijk te maken, komt daar vaak maar weinig van terecht. Talloze zeer herkenbare voorbeelden tonen de feitelijke onmogelijkheid van helder communiceren aan. Omdat één boekje niet genoeg bleek, kwam een paar jaar later ‘En dan nog iets’ met nog veel meer rake observaties van hoe wij in het dagelijkse leven stuntelen met taal. Lichtvoetig en in prettig leesbare stijl. En met veel aha-erlebnis. Geen hoogstaande taalstudie, maar ook geen niemandalletje. Ik kan beide boekjes van harte aanbevelen. Goed voor uren leesplezier. Dit is overigens uiterst subjectief. Er verschijnen aan de lopende band taalboekjes, die ik niet allemaal lees, en er zit vast wel meer vermakelijk leesvoer tussen.

Ook wie wat dieper in het Hollandse taalgebeuren wil duiken, vindt interessante uitgaven op zijn weg. Omdat ik niet in Nederland woon en geen televisie kijk, gaat nogal wat van dat werk aan mij voorbij, maar zo af en toe kom ik per ongeluk wel eens iets van mijn gading tegen. Vakantie in eigen taal’ van Gaston Dorren bijvoorbeeld. Gaston noemt zich taaljournalist en schept een duivels genoegen in het ontleden van eigenlijk heel alledaagse, maar bij nadere bestudering toch wat merkwaardige woorden, zinsconstructies en uitspraken. Hoewel niet gespeend van de nodige humor, is dit vrij serieuze kost, want als een echte journalist spit Dorren de door hem aangeroerde taalzaken tot op de bodem uit. Dat levert meer dan eens, zelfs voor een ‘kenner’ als ik, verrassende uitkomsten op. Want, zoals hij ergens in het boekje zegt, een taalkenner is een autodidactuele hobbyist en mag men niet verwarren met een taalkundige, die er jaren voor gestudeerd heeft. Oftewel, ik beoordeel taal op mijn gevoel, dat dus helaas gewoon niet altijd blijkt te kloppen. Ik leg sommige van zijn uitkomsten dus lekker naast me neer, want ik blijf liever in mijn eigen taalbubbel. Maar boeiend is het wel.

Dorren beperkt zich niet tot het Nederlandse taalgebied alleen. Tenslotte hebben veel moderne talen een gemeenschappelijke oorsprong en vallen er vaak paralellen te ontdekken in de manier waarop een woord zich in de verschillende talen heeft ontwikkeld. In ‘Taaltoerisme’ reist hij door het Europese taallandschap en weet over elke landstaal wel een wetenswaardig stukje te produceren. De enige fout die ik kon ontdekken is dat hij Limburgs als een aparte taal beschouwt, terwijl wij Hollanders dat, net als het Fries, natuurlijk gewoon een dialect noemen (Zo, ik wil nu eindelijk wel eens een paar reacties onder mijn stuk. Gaat lukken). Maar ja, dat kan je hem als geboren Limburger wellicht niet kwalijk nemen. Taaltoerisme is in de winkel weliswaar uitverkocht, maar is nog wel bij Gaston zelf te bekomen. Op zijn site vindt u meer informatie. Daar vond ik trouwens ook dit grappige en leerzame filmpje van één van zijn voordrachten. Ik ben meer een lezer dan een kijker, maar dit is echt genieten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *