Kwakgeschiedenis

Ik weet niet of hij het zelf gemunt heeft, maar iedere keer als Jona Lendering het woord op zijn blog gebruikt, moet ik even grinniken. Kwakgeschiedenis. Beslist het leukste woord dat ik in jaren tegengekomen ben. Jona plakt dit etiket op verhalen over het verleden die duidelijk onzin en vaak expliciet volkomen onmogelijk zijn. Hij is er nog vrij voorzichtig mee, voor mij geldt het eigenlijk al voor elke speculatie, die niet als zodanig aangegeven is. Een mooi voorbeeld van zo’n kwakhistoricus is Erich von Däniken, die in 1969 met ‘Waren de goden kosmonauten?’ een behoorlijke bestseller produceerde. Ik las dat boek in de jaren ’70 en vond het toen geweldig. Om een paar redenen. Ten eerste ben ik een liefhebber van science fiction, dus alles over buitenaardse beschavingen vind ik snel interessant. Verder heeft de wetenschap mij al jong de neus laten stoten. Las ik in de KIJK een mooi verhaal, dan kwam ik er een paar jaar later achter dat er niets van klopte. Wetenschappers hielden elkaar de hand boven het hoofd, bleven hardnekkig vasthouden aan de bestaande consensus en nieuwe ideeën werden weggelachen. Ik overdrijf wellicht, maar ik was natuurlijk nog jong. Dus een radicaal ander verhaal, zoals dat van Von Däniken, ging erin als koek. Stand with the underdog. Afgelopen zaterdag stond er een artikel over hem in de Volkskrant en barstte de discussie meteen weer los.

De teneur van het artikel en de reacties zijn vrij eenduidig. De man is een charlatan. Ik ben zo vrij het daar niet mee eens te zijn. Wat niet wil zeggen dat ik zijn ideeën onderschrijf. Von Däniken had alleen bij de titel van zijn boek moeten blijven. De vraag is gerechtvaardigd, wat mij betreft, en waarom niet eens inventariseren wat er zoal aan aanwijzingen te vinden is? Er zijn tal van zaken op dit ondermaanse, die zich tot dusver maar lastig laten verklaren, al worden het er alsmaar minder. De gewoonte om alles wat een archeoloog opgraaft en niet direct thuis kan brengen met het label ‘religieus’ te markeren, is minstens zo discutabel. Maar helaas stelt de schrijver geen open vraag, hij heeft hem voor zichzelf al positief beantwoord en dus wordt al het beschikbare materiaal aangewend om ook de lezer daarvan te overtuigen. Dat levert op zich best leuk leesvoer op, maar met wetenschap heeft het natuurlijk weinig te maken.

Een ‘collega’ van Von Däniken is Zecharia Sitchin, waarvan ik alle boeken heb. Het leest allemaal heerlijk weg, maar ook Sitchin stelt niets ter discussie, doch dendert acht boeken lang door met een stelligheid die bij fictie te prijzen valt, maar bij non-fictie een beetje curieus wordt. Er hoeft niets bewezen te worden, het spreekt immers allemaal voor zich. Kwakgeschiedenis dus. Of eigenlijk nog erger: pseudogeschiedenis. Mocht u ooit van Nibiru gehoord hebben, Sitchin ‘ontdekte’ deze nieuwe planeet in ons zonnestelsel en schrijft erover alsof je hem naast de maan aan de hemel kunt zien staan. In werkelijkheid is de planeet tot dusver natuurlijk nog niet gespot. Zo heb ik in mijn boekenkast een heel rijtje van dit soort boeken, over 2012, over de pyramiden, vreemde vondsten en duistere complotten. Heerlijk. En bloedserieus allemaal. Ik bedoel, Dan Brown noemt zijn verzinsels tenminste gewoon romans. Hij is helaas een beetje een beroerde schrijver, maar ik kan zijn rijke fantasie wel waarderen.

Het grootste bezwaar van echte historici tegen dit soort boeken is dat nogal wat mensen het allemaal voor waar aannemen of zich juist afvragen of dit nu wetenschap is, waardoor de meer serieuze geschiedschrijving op een zijspoor wordt gerangeerd. U leest daar hier meer over.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *