Cultuurbarbaar

Vorige week raakte ik op Twitter in gesprek met een beeldend kunstenaar. Hij attendeerde mij op een gegeven moment op een culturele happening hier in de buurt en ik moest bekennen eigenlijk een cultuurbarbaar te zijn. Dat verbaasde hem nogal gezien het feit dat ik blogde over literatuur. Tja, probeer dat maar eens uit te leggen in 140 tekens. Wat ik bedoelde is dat ik niet oordeel volgens culturele regels. Ik vind iets mooi of niet. Punt. Of dat nu een schilderij, muziek, een gebouw of een boek is. Zo ‘recenseer’ ik ook. Ik heb een bloedhekel aan recensies waarin wordt uitgelegd wie de schrijver is en welke maatschappelijke of psychologische thema’s er in zijn roman verwerkt zitten. Wat een onzin. Bij non-fictie, ja, dan is het belangrijk te weten wie de schrijver is, over welke expertise hij beschikt en waarom hij dat boek schrijft. In een ICT’er die me de fijne nuances van de Barok gaat uitleggen, heb ik niet zoveel fiducie. Maar bij een roman kan het me helemaal niet schelen wie de schrijver is en ik wil al helemaal niets over bedoelingen horen. Ik wil gewoon een goed boek lezen, los van betekenis of cultureel belang. Daarom heb ik van slechts een paar schrijvers toevallig alle boeken. Elk nieuw boek moet zich eerst weer bewijzen; dat het vorige boek van deze of gene zo goed was of dat het een ‘belangrijk’ boek is, zegt mij helemaal niets.

Een mooi voorbeeld van deze vreemde gang van zaken is de Franse ‘filosofische schrijver’ Michel Houellebecq. Ik heb me een paar keer laten verleiden tot de aanschaf van zijn werk, maar werd iedere keer teleurgesteld. Nou ja, niet helemaal, hij schrijft soms best grappig, maar erg hoogstaand is het allemaal niet en iets filosofisch is mij in elk geval niet opgevallen. Zo heet één van zijn boeken, ik verzin dit niet, ‘De wereld van markt en strijd’, een nogal rare titel voor een roman. Zijn overige boeken hebben iets normalere titels, al hebben ze vaak weinig met het verhaal van doen, maar de recensies hadden het steevast over zaken als ‘existentialisme, provocatieve maatschappelijke duiding, briljante satire, diepdoorvoelde inzichten, en dat alles dan knap verpakt in een aangrijpend verhaal’. Alle boeken beginnen nog redelijk normaal, maar al na een paar pagina’s gaat het over seks. En op vele pagina’s daarna. Er wordt links geneukt, rechts geneukt, gepraat over neuken en gedacht over neuken. Met een heleboel goede wil zou je het eventueel filosoferen over de diepere betekenis van seks kunnen noemen, maar dat vind ik eigenlijk iets teveel eer. En wat erger is, je voelt er niets bij. Al zijn personages worden uitgebreid beschreven en ingeleid, maar toch blijven het kille, afstandelijke mensen, die niets presteren, zelfs bij de seks niet.

Begrijp me goed, ik mag dan een cultuurbarbaar zijn, ik heb helemaal niets tegen een goede vrijpartij. Ik heb zelfs niets tegen een goede beschrijving van een vrijpartij. Maar daar heb ik andere Franse schrijvers voor, die dat aanzienlijk beter kunnen als Houellebecq. Anaïs Nin of zo. Zonder enige voorkennis gelezen, hebben we het over vrij middelmatige romans, die ik niemand echt kan aanbevelen. Zijn nieuwste, ook alweer met veel tamtam aangekondigd, heb ik dus maar in het schap laten staan.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *